Splinters verwijderen
Ik ‘beoefen’. Dat woord gebruik ik veel. Niet ‘oefen’. Maar ‘be-oefen’. Voor mij is dat zoiets als ‘toepassen’ of ‘gebruiken’. Praktiseren. In de praktijk brengen. En over het algemeen staat het gelijk aan ‘heel hard werken’. Heel precies werken. En moed hebben. En mezelf dwingen om een ervaring ‘in het midden te houden’. Dat wil zeggen dat ik dan de concentratie en focus moet hebben om de ‘energie’ van die ervaring precies dáár te houden waar ik ‘m hebben wil. Zodat ik ermee kan doen wat ik wilde doen. En wat ik wil doen is de energie van ‘rotzooi’ omzetten in ‘bruikbaar materiaal’. Ik praktiseer namelijk het omzetten van energie die me naar gedrag, emoties of manieren van spreken brengt waar ik niet trots op ben of wat niet echt helpt naar de energie van wijsheid en compassie. En daar werk ik dan heel precies mee en moet er veel moeite voor doen. Het kost moeite om een storm die al jarenlang in je raast even in een half uur stil te zetten, laat staan om te buigen naar een wind die je naar een ander land voert waar wijsheid heerst. En daarom ‘beoefen’ ik. Ik breng het in de praktijk. Ik werk ermee. En dat is niet gemakkelijk. Meestal zegt mijn geest dat ik moe ben. Of de concentratie niet heb. Of dat ik toch echt wel recht heb om die boosheid te voelen! Allerlei smoezen om niet zo hard te hoeven werken. En mijn geest gelooft in ‘het waait wel over, die wind’. Maar wat mijn geest niet weet is dat mijn geest gevormd wordt dóór die winden. Mijn geest laat zíen wat er in de winden aanwezig is. En dus geloof ik mijn geest niet. Onze geest waait met interne winden mee. Eigenlijk is wat er verschijnt in mijn geest meer een symptoom waaraan ik kan zien wat er aan de hand is in de winden. Dat wat wij denken, voelen en ervaren wordt veroorzaakt door bewegingen in die winden. Karmische winden. Of de wind van de ‘grove mentale aandoeningen’. Of de wind van ‘de kracht van bestaan’. Er waaien vele interne winden in ons die ons drijven naar bepaalde overtuigingen in onze geest. En bepaalde handelingen of meningen en visies. En dat noemen we dan de geest en, o, wat nemen we die serieus! Totdat je letterlijk gaat ervaren dat het eigenlijk alleen maar een wind is die waait. En die geest heeft dus ook de mening over ‘ah, joh, zo’n oefening waar je zoveel concentratie voor nodig hebt om die wind te stabiliseren is helemaal niet nodig. Ik heb er eigenlijk geen zin in. Want ik vind dat ik nu wel boos mag zijn’. De wind die dan actief is zorgt er ook voor dat ik het gedrag en de overtuiging die in mijn naar boven komt als gerechtvaardigd zie. Want het hoort bij het pakketje dat bij die wind komt. Gelukkig heb ik ervaren dat, als ik werk met die interne winden, er een andere plek in mijzelf is die deze winden niet interessant vindt en er niet door geraakt wordt. En die plek ziet diezelfde situatie en die emoties heel anders. Die plek ziet dat hoe ‘shit’ ik me ook voel en hoe erg ik er ook van overtuigd ben dat ‘ik’dat ben die dat voelt en daar toch echt wel alle recht op heeft om me zo te voelen, dat het niet zo zinvol is om daarin te geloven. En om op die plek te zijn en regelmatig te verblijven doe ik oefeningen met die winden. Ik vang zo’n wind in een netje en gebruik de energie als brandstof om er iets anders van te maken. Immers: energie is energie. En van energie kun je alles maken. Dus je kunt ook van iets wat niet zo mooi is iets moois maken. Van afval kunnen we weer iets zinvols maken. En zo is het ook met die winden. En dus ook met emoties of overtuigingen. En het rare is dat ik eerst oefeningen doe waarin ik die winden duidelijker probeer te krijgen. Dus geloof het of niet: ik doe oefeningen om de pijn naar boven te brengen. Om ze duidelijker te kunnen voelen. Zoals mantra’s reciteren. Of een andere oefening. Dus ik doe oefeningen om eerst de energie van de ervaring naar boven te brengen en duidelijk te ervaren. Om zo de structuur en de energie ervan goed te kunnen onderscheiden. Want dán kan ik pas een instrument pakken om er iets mee te doen. Het is als een spinter verwijderen: om een splinter te verwijderen kun je ‘m losweken. Je weekt ‘m los en pas als de splinter duidelijk naar boven komt en duidelijk te zien is, pluk je het eruit. Als mijn geest wint en ik toegeef aan de neiging in mijn comfortzone te blijven en lekker te blijven zitten in wat gemakkelijker voelt dan is het als een splinter losweken en de splinter duidelijk in het oog hebben en dan de splinter er weer in duwen. ‘Ik haal ‘m er later wel uit’. En tjonge, dát gaat zweren! Dus doe ik oefeningen om al die splinters in mijzelf naar boven te brengen, zodat ik ze er goed uit kan trekken. En dat is heel hard werken. En een splinter doet pijn. Een splinter is een lelijk ding. Maar als je ‘m duidelijk ‘voor je geest’ krijgt, dan voelt het verschrikkelijk goed om ‘m eruit te trekken. En wat een opluchting als het eruit is! En het is dan ook ineens duidelijk dat het maar een splinter was en niet mijn hele lijf dat zeer deed. Het was maar 1 karmische wind en niet mijn hele ‘zijn’ dat pijn in mijn geest en gedrag bracht. En dat is een hele opluchting om dat te begrijpen! Dus doe ik oefeningen waarbij ik eerst in mijn eigen lijden duik. Ik voel de nare emotie, de pijn in mijn lichaam, de neigingen die ik dan heb in mijn manier van spreken. Ik hoor de mening die daarin zit die ik wel uit wil schreeuwen en waar ik dan duidelijk in geloof. Ik krijg het hele plaatje van die splinter duidelijk. En dan doe ik een oefening waarbij ik op een bepaalde manier adem en beweeg om die splinter die nu zo duidelijk in mijzelf aanwezig is, vast te pakken en te verwijderen. Heerlijk! Maar ja, het is wel hard werken. En je moet het wél aangaan. En daar is moed voor nodig. Maar als je meerdere keren ervaren hebt dat de splinter er dan écht uit is en je de volgende keer ineens niet meer dat nare gevoel hebt in zo’n zelfde situatie dan is het de moeite waard geweest. Niks analyseren. Niks ‘begrijpen’ waarom. Gewoon werken met de energie van die ervaring en de wind die eronder zit. En dus ga ik splinters verwijderen en ‘beoefenen’ als ik niet zo trots ben op mezelf omdat ik weer iets stoms gedaan heb. Of als ik onzeker over iets ben. Of als ik boos ben en vind dat die ander maar eens begrip moet hebben voor mij. Of als ik niet zo goed om kan gaan met de ‘energie’ van iemand anders. Want ook dan zit er een splinter. Je begrijpt misschien dat ik een hele doos met pincetten heb?
4 Opmerkingen
Uitdagingen! Ik heb een centrum. En een praktijk.
En daar kom ik hele bijzondere uitdagingen tegen. Nee, niet omdat ik het druk heb. Of het moet combineren met een gezin en een meervoudig gehandicapte zoon. Of met het werk dat ik doe voor tibetaanse leraren. Nee. De uitdagingen zitten in 'spiritualiteit'. Het woord alleen al! Het woord schept uitdagingen. Uitdagingen waardoor ik dagelijks nadenk over motivatie en intentie. En methodieken. Ik ben boeddhist. Ja, ik noem mijzelf zo, want da's wel handig. Voor mezelf. Het herinnert me aan hoe ik in het leven wil staan. Ik ben boeddhist en laat dit ook merken. En dus val ik voor veel mensen onder de categorie 'spiritueel'. Begrijp me goed, daar is op zich niks mis mee. Nee, het is iets ánders wat me uitdaagt..... Ik zal het schetsen. Er komt iemand in het centrum en ik schenk koffie in. We staan voor de bar wat te kletsen en de vrouw vraagt 'wat doe jij eigenlijk nog meer?'. "O, ik heb een praktijk", zeg ik dan. Waarop ze reageert "O, wat leuk! Wat doe je dan?". Ik antwoord "ik geef meditatieles en leg mensen uit over hooggevoeligheid en heldervoelendheid. En ik doe rituelen enzo. En ik doe readingen voor mensen. En ik zie mijzelf als boeddhist". Er komt een grote lach op haar gezicht en ze roept verheugt "O, je bent dus heel spiritueel!" Ik merk dat ik een bedenkelijk gezicht trek en zeg "Geen idee. Wat is spiritueel zijn, dan?". Ze lijkt me niet te horen en gaat verder met haar verhaal, volledig in haar eigen wereld en blijkbaar blij een soort voedingsbodem gevonden te hebben. "Ik zie mijn overleden opa", vertelt ze. "Hij is altijd bij me. Helpt me altijd' Kun jij hem ook zien?" Eh... hier moet ik even over nadenken. Niet omdat ik haar opa niet zou kunnen zien. Maar omdat ik nu mijn uitdaging tegen kom. Mijn dagelijkse uitdaging als boeddhist in een new age - esoterische omgeving. Want als boeddhist zie ik dit soort dingen heel anders. Ik wil haar in haar waarde laten en ik vind haar aardig. Ik wil haar niet kwetsen of haar waarheid onderuit halen. Maar ik wil ook antwoord geven op haar vraag of ik haar opa ook kan zien. Jemig, wat zal ik doen? Wat zal ik zeggen? Dat ze maar naar mijn lezing moet komen om daar antwoord op te krijgen? Dat is het beste, denk ik. Want een eenvoudig antwoord is er niet. Ja, ik kan haar opa zien. Tenminste, als die er echt zou zijn. En zou hij er echt zijn dan zou ik onmiddellijk een ritueel voor hem doen of hem meenemen in mijn meditatie, want het zou geen goed teken zijn. Tenminste...... niet binnen het systeem waar ik in geloof en waar ik mee werk. Want het zou betekenen dat hij gereïncarneerd is in het rijk van de hongerige geesten en met een enorm verlangen is blijven zitten en dus zou ik een ritueel of een beoefening voor hem doen om hem te helpen daar weer uit te komen. Óf hij zit nog in de tussenstaat waarbij hij het stervensproces nog aan het afronden is en zich helemaal niet bewust hoeft te zijn van het feit dat zij hem voelt. En dat hij haar dan ook niet helpt, omdat hij zelf nog een heleboel te verstouwen heeft en allerlei rare visioenen heeft waarvan hij uit moet vogelen hoe het zit. Maar ik zeg het niet. Want voor haar is het een houvast. Een manier om steun te ervaren. Opa is er nog. Zal er hopelijk nog wel zijn. Want ik kan wel wat hulp gebruiken. En ik zou het fijn vinden, want dat betekent dat ik misschien ook nooit echt stop met bestaan. Als ik haar vertel over hoe ik het zie en ervaren heb tijdens readingen met 'de andere kant' help ik haar niet. Ik help haar niet door haar hoop weg te halen. Haar te vertellen wat ik soms ervaar aan de andere kant. De poten onder haar stoelen vandaan te halen. En toch... zouden zoveel mensen gebaat zijn met een andere uitleg over dit soort ervaringen. Ook zij. Maar niet nu. Niet hier. Andere keer, misschien. Ik wil dat blije gezicht blijven zien en haar in haar waarde laten, want ik heb mensen lief. En ik begrijp hun angst, hun hoop, hun hulpvraag. Dus ik zeg 'o, wat fijn voor je! Ik kan me voorstellen hoe het je steunt. En dat is ook zo. En ze antwoordt blij 'Ja, inderdaad! Zie je, jij bent heel spiritueel! Jij ziet ze ook, he? Dat moet wel, want je bent boeddhist en sjamaan en zo'...... Ja, ik zie ze. Ik hoor ze. Ik voel ze. Ik kan met ze praten. Ik spreek met 33 bestaanswerelden. En ik hoef me er niet eens voor te concentreren. Ja, ik ben spiritueel. Want ik ben bezig met zelfbewustzijn en probeer de verlichting te bereiken. Ja, ik ben spiritueel. Maar ik pas niet in vakje als waarin zij mij denkt te kunnen zetten. Ik zie dingen heel anders. Ik ga anders om met andere werelden, met spirits, met energie. Ik ben in de eerste plaats dzogchen-beoefenaar en toevallig ook sjamaan. Een sjamaan die gericht is op beoefeningen om de verlichting te bereiken door te werken met mijn eigen energie, mijn eigen geest, mijn eigen licht in mezelf. En door die concentratie-training zie ik meer dan alleen deze stoffelijke wereld. Het is voor mij geen gave, maar een verdienste. En ja, ik ben spiritueel. Omdat het me aan het hart gaat dat ik iemand zou kwetsen als ik eerlijk antwoord op haar vraag zou geven op dat moment. Omdat het een moment van hoop is. Een moment van angst. Een moment van gelijkgestemdheid zoeken. Steun vinden. Begrip vinden. En daarom is het niet belangrijk wat ik denk op zo'n moment. Of hoe ik het zie. Ik zeg tegen haar "misschien vindt je het leuk om eens bij een lezing van me aanwezig te zijn. Dan geef ik daarin antwoord op je vraag. Want het is een beetje lastig om je vraag even snel te beantwoorden". Als ze werkelijk antwoord op haar vraag wil, komt ze. Als de vraag voort kwam uit het zoeken naar steun en gelijkgestemdheid komt ze niet en was het het juiste om te doen dat ik er niet op in ging. Mijn uitdaging. Een lhamo zijn in de huidige 'spirituele' omgeving. En mij daarin bewegen, zonder steeds iets om te stoten." |
AuteurCindy Bloemberg Archieven
Juni 2016
Categorieën |